De eerste commerciële productie van tweede generatie biobrandstof is een feit: vandaag opent DSM een fabriek die de plantenresten van maïs gebruikt.



Met de fabriek in het Amerikaane Iowa heeft DSM een primeur: de biobrandstof wordt niet geproduceerd van producten die ook als voedsel dienen, zoals maïskolven, maar van de plantenresten die voor het vruchtbaar houden van de landbouwgrond geen functie meer hebben.
Er wordt al lange tijd aan deze zogeheten tweede genmeratie biobrandstoffen gewerkt, omdat ze voorkomen dat er een directe concurrentie is met voedsel. Maar het is een stuk minder eenvoudig om de plantenresten, die onder andere uit cellulose bestaan, om te zetten in ethanol dan de zetmeel in de maïskorrel.
DSM heeft nu met enzymen een procedé ontwikkeld dat tot productieniveau is opgeschaald. Het is de bedoeling dat de fabriek in de Amerikaanse landbouwschuur 100 miljoen liter ethanol per jaar gaat produceren.

Lees meer over de visie van DSM op de biobased economy in het interview met Chief Technology Officer Marcel Wubbolts.