Een proef met autonome drones op de TU Delft is dinsdag succesvol verlopen. Getest werd hoe verschillende drones communiceren met elkaar en met de luchtverkeersleiding van Rotterdam-The Hague Airport.

‘We hebben dit natuurlijk uit en te na getest, dus we hadden er vertrouwen in dat het zou lukken. Toch was het heel bijzonder om ze allemaal tegelijk te zien vliegen’, vertelt drone-onderzoeker Bart Remes van de Technische Universiteit Delft.

De test vond in het begin van de middag plaats en duurde ongeveer twee uur. Hij draaide om vijf verschillende drones die zich allemaal tegelijk aanmeldden in U-Space. Dit is een systeem dat drones met elkaar laat communiceren, evenals met de luchtverkeersleiding.
 

Defibrillator brengen

In een van de cases die werden geoefend moesten twee verschillende drones op elkaar reageren. De eerste was een autonome drone met een AED (een automated external defibrillator) aan boord (te zien op de foto boven dit artikel), die hij naar een fictief slachtoffer moest brengen, een kilometer verderop. Na een signaal dat iemand ‘in nood was’ steeg deze drone helemaal uit zichzelf op van het dak van de universiteitsbibliotheek, waarna hij over de campus naar de plek des onheils vloog.

Tegelijk was in dezelfde omgeving een drone bezig met het maken van luchtfoto’s. Deze fixed wing-drone (een klein vliegtuigje) beschrijft lange rechte banen om zo strakke luchtfoto’s te kunnen maken. Van tevoren had deze drone een lagere prioriteit meegekregen in het centrale systeem U-Space. Hij moest dus de AED-drone voor laten gaan. Dit bleek dit in de praktijkproef prima te werken, vertelt Remes. ‘In de toekomst staan er in een stad op verschillende gebouwen AED-drones klaar die met dat apparaat snel naar een slachtoffer kunnen vliegen.’

Het moment van lanceren van de fixed-wing-drone tijdens de praktijkproef aan de TU Delft.

 

Vliegveld

Een ander onderdeel van de proef was de communicatie met de luchtverkeersleiding van Rotterdam-The Hague Airport. Enkele drones vlogen in de Control Zone van dat vliegveld. Toen van daaruit de melding kwam van een gesimuleerde vlucht met een traumahelikopter moesten de drones in de proef daarop reageren door direct te landen. ‘In de toekomst zullen de meeste handelingen rond drones geautomatiseerd verlopen. In uitzonderlijke gevallen zal een mens nog ingrijpen, zoals in dit geval, wanneer er een traumaheli wordt uitgezonden’, zegt Remes.
 

Luchtruim van de toekomst

De proef past binnen het Europese project VUTURA, dat wordt geleid door het NLR. Binnen Europa lopen nog zeven andere projecten over het luchtruim van de toekomst. ‘Daarin vliegen straks bemande en onbemande vliegtuigen rond’, vertelt Remes. Verkeersvliegtuigen, onbemande drones, en wellicht ook bemande drones

Met de lessen en leerpunten die volgen uit deze Europese projecten, die deze zomer aflopen, gaat de EU stap voor stap een nieuw luchtruim inrichten. In een eerste stap krijgen drones al een bescheiden plekje. Deze worden echter nog door mensen bestuurd. ‘De politie kan dan bijvoorbeeld wel zien van wie een drone is’, zegt Remes. Langzaamaan worden dan ook echt autonome drones toegevoegd, die zichzelf kunnen aanmelden in het centrale U-Space-systeem. ‘Die dient een aanvraag in bij de luchtverkeersleiding van een vliegveld en als hij toestemming krijgt om op te stijgen, bepaalt hij zelf het goede moment.’

Als ook echt autonome drones door ons luchtruim gaan vliegen, brengt dat wel strengere eisen met zich mee. Een vorm van beveiliging is het aanbrengen van een afgeschermd gebied waar een drone niet buiten mag en kan komen, zogeheten geofencing. In de software zit dan een begrensd gebied ingebakken.

Deze reportage van de NOS geeft een mooie impressie van de proef:
 


Beeldmateriaal TU Delft