Overal ter wereld zijn deltasteden belangrijke economische centra met een sterke bevolkingsgroei, terwijl ze tegelijkertijd kampen met wateroverlast en congestie. Nederlanders zijn veel gevraagde deskundigen om masterplannen op te stellen. ‘Water is niet het enige dat telt, het gaat om het creëren van een bloeiende en leefbare stad.’
 
Landschapsarchitect ir. Gijs van den Boomen, directeur van KuiperCompagnons, vertelt het met graagte. Bijna een jaar geleden was hij schetsen aan het maken van het nieuwe, vleugelvormige waterfront van Jakarta. Al associërend kwam hij op het nationale symbool van Indonesië: de Garuda. ‘Dan heb je het wel over een van de belangrijkste symbolen van het land.’ Voorzichtig legde hij het idee voor aan het Indonesisch-Nederlandse ingenieursteam dat werkt aan de kustverdediging van Jakarta. De Indonesische teamleden zijn enthousiast. ‘We moeten het aan de staatssecretaris Pak Dedy Priatna voorleggen’, besluit teamleider Victor Coenen van Witteveen+Bos. Onmiddellijk maakte Van den Boomen een paar extra schetsen en de volgende ochtend zitten ze bij de staatssecretaris. ‘Let’s do it, it’s fantastic’, is het bevrijdende antwoord. De glimmende ogen van Van den Boomen zeggen genoeg. Als Nederlandse ontwerper maakt hij deel uit van het project dat de grootste metropool van Zuidoost-Azië een nieuw perspectief geeft en 4,5 miljoen mensen in de toekomst behoedt voor overstromingen.

Misschien niet zo groots, maar alle vier de projecten waaraan Nederlandse ingenieurs werken die in dit artikel aan bod komen, hebben hun statuur gemeen. Of het nu gaat om Ho Chi Minhstad, de havenstad en het zakelijke centrum van Vietnam, om de havenstad Beira, de tweede stad van Mozambique, of om Hoboken, een van de steden in het door orkaan Sandy getroffen New Jersey. ‘Wij hebben hoogwaardige kennis in huis en kunnen integraal ontwerpen. Dat type experts loopt niet zo veel rond op de wereld’, zegt ir. Marten Hillen, adviseur Waterveiligheid van Royal HaskoningDHV en projectmanager van het Hoboken-project. Van den Boomen ziet ook een andere factor. ‘Nederlanders zijn in trek, omdat wij in een van de best functionerende delta’s leven. Zelf vinden we dat gewoon, maar dat is het niet, en dat besef je pas als je een tijdje elders vertoeft.’ Er bestaan tal van initiatieven om die kennispositie actief te vermarkten, zoals het Netherlands Water Partnership en het programma Water Mondiaal. Van den Boomen: ‘Die waterkennis is heel belangrijk – dat bleek ook maar weer met ons Garuda-project – maar het is tegelijk onze valkuil. Want water is niet het enige dat telt, het gaat om het creëren van een bloeiende leefbare stad.’

Het is ook de ervaring van de andere geïnterviewden. Hillen: ‘Ons plan kon alleen slagen, omdat we het wisten te verbinden met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van Hoboken en de koppeling maakten met nieuwe culturele en recreatieve initiatieven.’ In Ho Chi Minhstad staat de verdere groei van de stad voorop, benadrukt ir. Enrico Moens van Grontmij, de projectleider van het masterplan dat onlangs voor de Vietnamese stad is opgesteld. ‘In een van de proefprojecten willen we laten zien dat een hoogwaardige en goed ontsloten stadswijk samengaat met verstandig waterbeheer.’ En grosso modo geldt hetzelfde voor de havenstad Beira, blijkt uit het gesprek met projectleider ir. Polite Laboyrie van Wittteveen+Bos. ‘Betere kustbescherming en drainage zijn onlosmakelijk verbonden met revitalisering en groei van de oude havenstad.’

Desondanks helpen al die waterpartnerschappen wel, want bij drie van de vier projecten bood de samenwerking van Indonesië, Vietnam en Mozambique met de Nederlandse regering de entree om projecten uit te kunnen voeren, waarbij die programma’s ook zorgen voor financiering van de bijdrage vanuit Nederland. Alleen bij Hoboken werd Royal HaskoningDHV in een sterk concurrentieveld de maat genomen. Hillen: ‘We zijn internationaal gekeurd en goed bevonden.’

Klik hier voor het volledige artikel.