Met zonnepanelen die eruitzien als terracotta dakpannen kan cultureel erfgoed onzichtbaar van groene stroom worden voorzien. 
 

Het idee voor een onzichtbaar zonnepaneel ontstond in de Italiaanse stad Vicenza, vlakbij Venetië. Omdat de stad op de Unesco-werelderfgoedlijst staat, zijn zonnepanelen er verboden. Inwoner Giovanni Battista, oprichter van het familiebedrijf Dyaqua, bedacht daar wat op. Een zonnepaneel met het uiterlijk van een keramieken dakpan.
 

Eureka is de rubriek voor 'productontwerpen voor morgen' uit het maandblad De Ingenieur.


Onzichtbare zonnepanelen

Het geheim van de onzichtbare zonnepanelen zit hem in de bovenste laag. Die bestaat uit een polymeerverbinding met een heel lage moleculaire dichtheid, waardoor de fotonen uit zonlicht er gemakkelijk doorheen komen.

De polymeerlaag kan zo worden bewerkt dat het geheel lijkt op keramiek. Inmiddels zijn ook steen-, hout- of betonstructuren mogelijk. Zo kan het paneel niet alleen voor daken worden gebruikt, maar ook voor muren of vloeren.


7,5 wattpiek vermogen

Een paneel meet 45 bij 17 centimeter, weegt twee kilogram en levert onder de gunstigste omstandigheden 7,5 wattpiek vermogen. 


Cultureel erfgoed

De huidige generatie zonnepanelen leveren met datzelfde oppervlak het dubbele aan vermogen. Daarentegen mogen de panelen van Dyaqua wel op cultureel erfgoed worden gebruikt en bedekken ze het hele dak.

Naast het opwekken van elektrische energie dragen de panelen ook bij aan luchtzuivering, volgens Dyaqua. De panelen zijn namelijk in staat om via een fotokatalytisch proces smog af te breken tot onschadelijke zouten. 


Pompeï

Werelderfgoedsite Pompeï gebruikt de panelen al om de fresco’s te verlichten en ook de daken van de Portugese stad Evora zijn bedekt met dakpannen van het bedrijf Dyaqua.


Tekst: Sija van den Beukel
Foto: Dyaqua