Met het coronapaspoort op zak kunnen we eindelijk weer op reis of naar een concert. Maar pas op dat de sleutel tot herwonnen vrijheid niet leidt tot discriminatie, schrijft Peter-Paul Verbeek in zijn column voor De Ingenieur

Op 1 juli werd het Europese coronapaspoort een feit: een belangrijke stap in het herwinnen van de burgerlijke vrijheden die we hebben moeten inleveren om de verspreiding van Covid-19 in te dammen. Wie kan aantonen gevaccineerd te zijn of een recent negatief testbewijs kan overleggen, kan eindelijk weer op reis, of deelnemen aan grootschalige evenementen.

Toch is het belangrijk om ook kritisch te kijken naar deze sleutel tot de vrijheid. Het is van groot belang dat coronapaspoorten niet zich niet ontwikkelen tot een privilege voor mensen die toegang hebben tot vaccins, tests, en digitale technologie. In een gezamenlijk statement wijzen de twee ethiekcommissies van UNESCO – de World Commission for the Ethics of Science and Technology, waarvan ik zelf voorzitter ben, en het International Bioethics Committee – dan ook op een aantal cruciale ethische vragen.

Vaccinatie mag nooit een verplichting worden

Ten eerste moeten we ervoor zorgen dat de paspoorten geen sociale ongelijkheid en discriminatie in de hand werken, door een ongelijke behandeling van mensen die wel of geen coronapaspoort kunnen overleggen. Hoewel vaccinatie een belangrijke rol speelt in het beteugelen van het virus, mag die nooit een verplichting worden: lichamelijke integriteit is een mensenrecht, en niet iedereen kan of wil gevaccineerd worden.

Bovendien zijn er nog altijd grote delen van de wereld waar mensen niet of nauwelijks toegang hebben tot vaccins.

Daarom is het van groot belang dat coronapaspoorten altijd de mogelijkheid openhouden een recent negatief testbewijs te gebruiken, en dat er voldoende en betaalbare testfaciliteiten blijven. Ook zou er altijd een niet-digitale versie van de paspoorten beschikbaar moeten blijven.

Mensen die digitaal minder vaardig zijn of om financiële of andere redenen geen toegang hebben tot digitale technologie, moeten immers volwaardig kunnen blijven deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Daarbij is specifieke aandacht nodig voor de grote groep ouderen voor wie toegang tot digitale technologie niet altijd vanzelfsprekend is.

Een coronapaspoort biedt geen garantie op niet-besmetting

Ten tweede dienen coronapaspoorten verantwoord om te gaan met de wetenschappelijke onzekerheden rondom covid -19. Een paspoort biedt geen garantie op niet-besmetting, maar perkt vooral het risico op verspreiding van het virus in.

Om ervoor te zorgen dat dat op voldoende betrouwbare wijze gebeurt, moeten ze voortdurend worden geüpdate met de meest recente wetenschappelijke inzichten in de mate van bescherming die de verschillende vaccins bieden, de mate waarin een eerder doorgemaakte infectie bescherming biedt, en de betrouwbaarheid van specifieke testresultaten.

Zo kan schijnveiligheid worden voorkomen, en het vertrouwen in de paspoorten worden vergroot.

Hanteer internationale standaarden

Ten derde mogen we de internationale solidariteit niet uit het oog verliezen. Omdat niet alle landen gelijke toegang hebben tot vaccins, kunnen coronapaspoorten tot een onrechtvaardige situatie leiden voor mensen uit landen waar die toegang slechts beperkt is. Bovendien worden niet alle vaccins door alle landen geaccepteerd, terwijl mensen maar weinig invloed hebben op de keuze van het vaccin dat ze ontvangen.

Om onrechtvaardige reisbeperkingen te voorkomen, zouden de paspoorten dan ook in internationaal samenwerkingsverband moeten worden ontwikkeld, vanuit internationale standaarden. Daarnaast dient de wereldwijde ongelijkheid in toegang tot vaccins te worden aangepakt.

Deze ongelijkheid bedreigt niet alleen de gezondheid van veel mensen, maar belemmert in combinatie met coronapaspoorten ook de bewegingsvrijheid van mensen in en uit lage- en middeninkomenslanden, wat grote gevolgen kan hebben voor de ontwikkeling van deze landen.

Het is een groot goed en een triomf van de wetenschap dat de maatschappij dankzij vaccins, testfaciliteiten en coronapaspoorten weer kan ontwaken uit de lockdown. Maar laten we ervoor zorgen dat we daarbij niemand achterlaten en de wetenschap de centrale plek geven die ze verdient.


Auteur Peter-Paul Verbeek is universiteitshoogleraar Filosofie van Mens en Techniek en wetenschappelijk co-directeur van het DesignLab van de Universiteit Twente. Hij is bovendien voorzitter van de UNESCO-Wereldcommissie voor de ethiek van wetenschap en technologie (COMEST) en lid van de Nederlandse nationale commissie voor UNESCO. Dit artikel is gebaseerd op een gezamenlijk standpunt van COMEST en het International Bioethics Committee, dat werd gepubliceerd op 30 juni.