Onderzoekers van Harvard University hebben voor het eerst een draadloze zachte robot gemaakt. Het brengt het inzetten van zulke zachte robots een stuk dichterbij.


De kruiprobot in een sneeuwstorm. Credit: Harvard University

Zachte robots kunnen uitkomst bieden bij allerlei situaties waar het harde metaal van een gewone robot geen uitkomst biedt. Reddingswerkzaamheden bij ingestortte gebouwen bijvoorbeeld, of operaties waarbij (heel kleine) robots het lichaam in gaan. Tot nu toe waren alle zachte robots echter voorzien van een stekker, waardoor de mobiliteit beperkt was.

Nu is het gelukt om een draadloze robot te bouwen, die op zichzelf grotere afstanden kan afleggen. Het apparaat, dat vier armen heeft en zich kruipend voortbeweegt, is een halve meter lang en kan drie kilo gewicht meetorsen. Daarmee is hij aanzienlijk groter dan de meeste buigrobots: die zijn meestal maar een paar centimeter lang. Zowel het draagvermogen als de afmetingen zijn echter noodzakelijk om de robot draadloos te maken. Daar is zoveel apparatuur voor nodig dat de robot wel groot moet zijn om alles mee te zeulen.

Al die apparatuur veroorzaakt ook warmte en druk. Daardoor moesten ook de eigenschappen van de buigzame buitenkant herdacht worden: dat moest beter bestand zijn tegen de elementen dan het gangbare rubber. Uiteindelijk kwamen de onderzoekers uit op een composiet van siliconen en microbuisjes van glas. Deze buisjes zorgden ervoor dat de robot niet teveel woog. De onderkant werd voorzien van een Kevlar-laagje.

Het resultaat was een robot die tegen een stootje kon. In experimenten liep de robot door vuur, sneeuw en water, allemaal zonder enige schade op te lopen. Daarmee lijkt dit nieuwe gevaarte een belangrijke stap richting de echte reddingsrobot, die de hond straks kan vervangen op sneeuwheuvels, in ingestorte gebouwen of bij overstromingen.