Bright Society stelt persoonlijk groeien voorop
Flexwerkers met een vast contract? Ze bestaan echt. Bij talent incubator Bright Society krijgen zeer talentvolle gepromoveerde technici een contract voor onbepaalde tijd en 3500 euro persoonlijk opleidingsbudget per jaar. Ze worden niet lastiggevallen met ‘veroordelingsgesprekken’ en mogen ervaring opdoen bij verschillende bedrijven in de hightechindustrie. Elk jaar wordt hun salaris met 10% verhoogd.
Aan symboliek geen gebrek bij Bright Society op de High Tech Campus in Eindhoven. Koffie en thee drinken de medewerkers uit vrolijke keramische mokjes met een flinke deuk, als symbool voor de manier waarop het bedrijf talent ontwikkelt. Een deuk hebben we allemaal, dat is niet zo interessant. Het gaat erom kwaliteiten tot bloei te laten komen. Hoe? Oprichters ir. Stijn Berden en ir. Leon van Gerwen hebben er duidelijke ideeën over. Berden: ‘Te veel nadruk op valkuilen en beperkingen leidt tot meer van hetzelfde, meer middelmatigheid, de zoveelste zesjescultuur. Dat willen we allemaal niet.’
Bij Bright Society ligt de nadruk op persoonlijke groei: wat al goed is nog beter maken. Het in 2014 opgerichte bedrijf heeft een extern talentprogramma voor gepromoveerde ingenieurs en partnerbedrijven in de hightechindustrie. Het programma duurt drie jaar. In die periode mogen ze hun skills aanscherpen. Na drie jaar hoppen en switchen van opdrachtgever naar opdrachtgever zijn ze klaar voor het grote werk bij een van de partnerbedrijven.
Heilige huisjes
‘Op hr-vlak halen we heilige huisjes onderuit’, aldus Berden, die bij detacheringsbedrijf Yacht als directeur Techniek veel met toptalent werkte voordat hij Bright Society startte. Zijn collega Van Gerwen vult aan: ‘Technische inhoud is hier de basis, maar de mens staat centraal. Wij hebben alles achterwege gelaten wat daar niet aan bijdraagt. Zo krijgt iedereen een contract voor onbepaalde tijd, een goed startsalaris en jaarlijks 10 % salarisverhoging, zodat we geen discussies krijgen over verschillen. De focus ligt helemaal op persoonlijke groei. We doen niet aan concurrentie- of relatiebeding en voeren geen jaarlijkse ‘veroordelingsgesprekken’. Monitoren doen we continu.’
Na uitvoerige screening van de kandidaten zijn de verdere afspraken simpel. Elk van de gekozen talenten krijgt een Personal Development Card en een Social Responsibility Card. Op het eerste kaartje staat jaarlijks 3500 euro aan vrij te besteden budget voor coaching, training en ontwikkeling. Met de Social Responsibility Card wordt vrijwilligerswerk gestimuleerd bij de brighties, zoals Van Gerwen ze noemt: ‘Als kandidaten veertig uur van hun eigen tijd steken in een maatschappelijk project, krijgen ze van ons nog veertig uur erbij. Koffie schenken voor bejaarden? Dat mag wel maar we zien liever organisatorische uitdagingen waar ze ook zelf iets van opsteken.’
De partnerbedrijven in de regio committeren zich aan het programma door een vast bedrag per jaar te betalen voor een zogenoemde bright seat, een vrolijke kartonnen doos als symbool voor een plekje dat ze hebben gereserveerd voor uitzonderlijk talent. Eens in de zoveel tijd komt er een nieuw talent, dat elders kennis en ervaring heeft opgedaan. Alle partnerbedrijven bieden nieuwkomers de kans om rond te kijken en alle bedrijven profiteren ervan.
Berden: ‘Onze talenten zitten zelf in de driver’s seat. Wij leggen niks op. We willen dat ze zich in alle vrijheid kunnen ontwikkelen, met steeds weer nieuwe uitdagingen. Bij corporate bedrijven zijn ze vaak anders gewend. Heineken wil ze groen schilderen, Philips blauw, Océ rood. De jonge generatie wordt daar nerveus van. Het is alsof je een vrouw ontmoet in een café die meteen met je wil trouwen. Dat voelt niet goed. Wij keren het om. Bedrijven horen in de rij te staan voor deze talenten. We kiezen daarom alleen managers die echt snappen dat je talent de ruimte moet geven en niet in een keurslijf kunt persen.’
Het talent…
Een van de zestien kandidaten van de eerste lichting is dr.ir. Renate Boekhoven (30). Zij studeerde Biomedische Technologie aan de TU Eindhoven en wilde graag bij de medische tak van Philips aan de slag. Boekhoven schreef zonder resultaat sollicitatiebrieven en voerde gesprekken met verschillende detacheerders. Boekhoven: ‘Met biomedische technologie hebben detacheerders niets. Het is een ondergeschoven kindje. ‘We gaan wel zoeken’, zeiden ze dan. Zo demotiverend! Bij Bright Society merkte ik meteen dat er belangstelling was voor dit vakgebied, hoewel ze er nauwelijks ervaring mee hadden. Het klikte.’
Sinds een klein jaar werkt Boekhoven bij Philips in Best. Nu mag ze laten zien wat ze kan. De bedoeling is dat ze tot eind 2017 werkt aan de ontwikkeling en marktintroductie van een innovatief nieuw product. Terwijl de meeste talenten switchen, blijft Boekhoven de hele rit bij één opdrachtgever. Ook dat is prima. In de tussentijd volgt ze trainingen over good medical practice, system engineering, beïnvloedingstechnieken en persoonlijk leiderschap. Ze kan haar Personal Development Card aanwenden, en Berden en Van Gerwen denken met haar mee over de beste invulling van haar opleidingsbudget.
Boekhoven hoopt dat ze bij Philips steeds nieuwe uitdagingen krijgt om zichzelf verder te ontwikkelen. Als de werkgever die voorwaarden schept, is zij tevreden. ‘Salaris is niet zaligmakend. Die lach op mijn gezicht, daar gaat het vooral om. Het mag bij Philips, maar een ander bedrijf is ook goed.’
… en de opdrachtgever
‘Het moet een soort gps-systeem worden, een TomTom voor chirurgen’, aldus dr.ir. Henk Stapert, R&D-directeur bij Philips en begeleider van dr.ir. Renate Boekhoven: ‘Wij geven de ogen terug aan de chirurg. Meer mag ik er nog niet over zeggen.’ Het idee achter het product is dat openhartoperaties minder vaak nodig zullen zijn. Als het product inderdaad levensvatbaar is, zou het voor hartpatiënten het een geschenk uit de hemel zijn.
Stapert kreeg bij Philips alle gelegenheid zijn eigen team te formeren voor deze start-up. Diversiteit is daarbij het streven. Stapert: ‘Hier werken nu 35 mensen. De gemiddelde leeftijd ligt boven de 40 jaar. Ik heb ook behoefte aan jonge talenten die iets kunnen, die durf, enthousiasme en teamspirit hebben en zich niet te goed voelen om soms dagenlang metingen te doen in het lab. Zulke mensen zijn schaars, die vind ik niet bij de meeste detacheerders.’
Stapert werd geattendeerd op Bright Society, kon zich prima vinden in het programma voor tijdelijke plaatsing van talent en ontmoette Boekhoven. Stapert: ‘Renate kan hier veel leren over vernieuwende productontwikkeling. Dat is wat ze wil. Hoe ze zich gaat ontplooien, moet nog blijken. Maar ze is goed begonnen. En oneerbiedig gezegd: we kunnen altijd van haar af als het misgaat.’ Stapert hoopt natuurlijk dat Boekhoven alle verwachtingen overtreft. In dat geval ontstaat een andere dynamiek: ‘Of ik bang ben dat ze straks naar de concurrent vertrekt, terwijl ik tijd en energie in haar gestoken heb? Nee, zo sta ik er niet in. Als ik haar wil behouden, moet ik met uitdagingen blijven komen. Zo simpel is het.’ (Ton Verheijen © Text & Verhaal)