Bouwers melkrobot genomineerd voor uitvindersprijs
Drie Nederlandse ingenieurs zijn genomineerd voor de European Inventor Award, een belangrijke uitvindersprijs. Twee ontwikkelden in de jaren '80 al samen een volledig geautomatiseerde, diervriendelijke melkrobot waarbij de koe zelf het tijdstip van melken bepaalt. Een derde bedacht een milieuvriendelijke methode om algen te weren van scheepswanden.
Alexander van der Lely en Karel van den Berg van familiebedrijf Lely in Maassluis maken kans op de uitvindersprijs in de categorie Industrie, heeft het Europees Octrooibureau (EOB) in München, dat de prijzen jaarlijks toekent, dinsdag bekendgemaakt. Volgens EOB-voorzitter António Campinos hebben de twee ingenieurs met hun melkrobot aangetoond 'hoe high-tech robotica de verduurzaming van de landbouwsector kan ondersteunen en ontwikkelen'. De melkveeindustrie is daadwerkelijk veranderd door de machine van Van der Lely en Van den Berg.
Astronaut
Topman Van der Lely en innovatiedirecteur Van den Berg hebben naar eigen zeggen meer dan dertig jaar gewerkt aan hun uitvinding, waarvan in 1992 een eerste prototype op de markt verscheen en dat in 1995 de naam Astronaut kreeg. Het apparaat, waarvan afgelopen jaar het nieuwste model op de markt verscheen, de Astronaut A5, bestaat uit een box met aan één kant metalen stangen en een robotarm. De koe kan zelf bepalen wanneer ze de box in loopt om te worden gemolken en dat gebeurt vervolgens volautomatisch. Sensoren zorgen ervoor dat de melkmachine naadloos aansluit op de spenen, ook als de koe niet helemaal stilstaat.
De Astronaut verzamelt intussen tijdens het melken tal van gegevens over de koe. Het systeem scant de halsband en stemt het voedsel tijdens het melken exact af op de behoefte van het specifieke dier. De gegevens worden in een softwareprogramma ingevoerd en geanalyseerd. Melkveehouders hebben zo eerder in de gaten wanneer er wat mis is met de gezondheid van het vee. Het apparaat wordt inmiddels in veertig landen wordt gebruikt.
Volgens de bedenkers is het systeem beter voor de koe dan de traditionele melksystemen. Die loopt nu minder lang rond met volle uiers. Voor de melkveehouder levert de methode behalve een schat aan informatie ook gezondere dieren op met een hogere melkproductie.
Robotmelken
Het bedrijf Lely in Maassluis, dat vorig jaar een omzet van 417 miljoen euro haalde, geldt als een pionier in het robotmelken. Van der Lely heeft inmiddels als uitvinder 47 Europese octrooien voor innovaties in het melken op zijn naam staan. De naam van Van den Berg komt zelfs op liefst 267 Europese octrooien voor, waarvan 25 samen met Van der Lely.
'We hebben hier een team van 250 ingenieurs en we voeren een actief octrooibeleid, dus er wordt nogal wat aan innovatie gedaan', zegt Van der Lely, die de nominatie als een enorme eer beschouwt. 'Toen we de eerste versie van de melkrobot ontwikkelden, midden jaren '80, werden koeien nog volledig vastgezet om ze te kunnen melken, in grote melkcarrousels. Voor de melkveehouders werkte dat efficiënt, maar wij wilden de koe haar vrijheid teruggeven.'
Arbeidsintensief
De Astronaut is na lang doorontwikkelen inmiddels 'bijna perfect', zegt Van der Lely, maar dat betekent niet dat de ontwikkeling nu stopt. 'Er komen steeds weer nieuwe materialen beschikbaar die weer nieuwe mogelijkheden scheppen. Daarnaast worden kudden steeds groter, waardoor boeren vaak meer dan één melkrobot nodig hebben.' De melkrobots kunnen dan ook met elkaar communiceren – handig voor als een koe eerst de ene, en even later een andere melkrobot binnenstapt.
Gemiddeld blijken koeien zich 2,8 keer per dag te laten melken. Op boerderijen waar melkveehouders het melken nog zelf moeten begeleiden, is dat veelal te arbeidsintensief: twee keer per dag melken is dan het maximum.
Opvolgingsprobleem
'Bij veel boerderijen in Nederland speelt het opvolgingsprobleem. Kinderen van boeren willen niet zoveel tijd aan het melken besteden als hun vader. De Astronaut biedt dan uitkomst', aldus Van der Lely.
In de Verenigde Staten, een belangrijke afzetmarkt voor de melkrobot, zijn er te weinig arbeidskrachten beschikbaar. Dat maakt de Astronaut een aantrekkelijk alternatief.
Materiaalwetenschapper
De derde Nederlandse ingenieur die is genomineerd, is materiaalwetenschapper Rik Breur, in de categorie MKB. Hij vond een zelfklevend tapijt uit dat helpt tegen biofouling, de aangroei van algen en zeeorganismen op schepen, zonder dat daarbij schadelijke en zeewatervervuilende chemicaliën worden gebruikt.
Het milieuvriendelijke alternatief voor giftige verfstoffen bespaart reders en eigenaren van windparken en olieplatforms dure schoonmaakoperaties en leidt tot efficiënter brandstofverbruik op schepen. Breur, eerder werkzaam bij TNO en gepromoveerd aan de TU Delft, richtte in 2002 een eigen bedrijf op, Material Innovation Centre. Het gepatenteerde Finsulate Antifouling bestaat uit nylon vezels, een tweecomponentenlijm op waterbasis en een polyester folie.
Geïnspireerd door de natuur
Het zelfklevende tapijt - een stekelhuidje, noemt hij het zelf - wordt op de romp van het schip aangebracht. Dankzij de bijzondere hydrodynamische eigenschappen van het materiaal leidt dat niet tot extra weerstand. 'Geïnspireerd door de natuur heeft Breur op het raakvlak van materiaalwetenschappen en biologie een nieuwe oplossing voor een oud probleem gevonden, dat zowel de maritieme sector als de leefomgeving in zee ten goede komt', aldus EOB-voorzitter Campinos.
Biofouling is een groot probleem dat reders en eigenaren van vaste bouwwerken in zee voor een dilemma plaatst: negeren of bestrijden met giftige en vervuilende antifouling-verf? Voortdurende aangroei van zeeorganismen veroorzaakt weerstand en leidt tot 10 tot 40 procent hoger brandstofverbruik. Dat kost de scheepvaart jaarlijks zo’n 20 miljard euro en brengt ook meer uitstoot met zich mee dan nodig. Biofouling kan ook schade veroorzaken aan windparken en olieplatforms en leiden tot dure schoonmaakoperaties.
Octrooibureau
De European Inventor Award behoort tot Europa's meest prestigieuze innovatieprijzen. De awards worden sinds 2006 uitgereikt. Een jury bestaande uit internationale autoriteiten uit het bedrijfsleven, de politiek, de wetenschap, de academische wereld en onderzoek, beoordelen de uitvindingen onder meer op hun bijdrage aan de technologische vooruitgang, sociale ontwikkeling, economische welvaart en het scheppen van banen.
De prijs wordt uitgereikt in vijf categorieën. De winnaars worden op 20 juni in Wenen bekendgemaakt. Vorig jaar behoorde ASML-ingenieur Erik Loopstra tot de winnaars. Hij ontwikkelde innovaties voor het fabricageproces van lithografische systemen.