BĂ©tavrouwen
BĂštavrouwen.
Â
De term alleen al geeft me uitslag. Dus er is ook zoiets als een bĂštaman?
BĂštavrouwen, dames in de techniek, women in STEM, iedereen vindt het belangrijk. Wereldwijd wordt er een hoop moeite in gestoken om vrouwen over te halen technische studies en beroepen te kiezen, met de nadruk op het onderdeel âoverhalenâ.
Rolmodellen worden opgeroepen hun plicht te doen, speciale vrouwen-in-de-techniekdagen worden georganiseerd, miljoenen worden besteed aan propaganda om vrouwen te overtuigen iets te doen waar ze helemaal geen zin in hebben.
Het artikel âMeiden zijn beter in bĂšta dan jongens, en toch...â in De Ingenieur van september 2018 rapporteerde dat âmeidenâ in het onderwijs gemiddeld iets beter presteren in de bĂštavakken dan jongens. In niet-bĂštavakken zijn meisjes nog veel beter dan jongens dus kiezen ze daarvoor want dan hebben ze minder concurrentie.
U kunt de stoom die uit mijn oren komt niet zien: ja natuurlijk, daarom kiezen wij â de helft van de bevolking â geen bĂštaberoep, omdat we concurrentie met mannen uit de weg gaan. Een âconclusieâ die overigens niet werd ondersteund door de resultaten van het onderzoek.
Het mysterie rondom vrouwen in de techniek leeft nog steeds. Het campagnegeld om vrouwen over te halen kan beter gestopt worden in het uitzoeken wat ervoor nodig is om de bĂštavakken en beroepen aantrekkelijk te maken voor vrouwen. Als het een vak is waar vrouwen geen zin in hebben, verander het dan.
Ik kan u uit eigen ervaring laten weten dat de informaticavakken die ik in de jaren negentig volgde niet passender werden door reclames als âEen slimme meid is op haar toekomst voorbereid!â.
BĂštavakken gaan (nog steeds) uit van de mannelijke student.
Als wij echt serieus diversiteit willen in de technische studies en beroepen dan moeten we bereid zijn om die studies en beroepen op de schop te nemen en te herontwerpen zodat rekening gehouden wordt met interesses, manieren van werken en leren van vrouwen.
Dit is een grote investering want eigenlijk weten we niet of en wat voor verschillen er zijn in de behoeften van mannen en vrouwen. Net zoals de gezondheidszorg tot voor zeer kort vooral uitging van de mannelijke patiënt als ijkpunt, gaan bÚtavakken uit van de mannelijke student.
Velen van ons die zich desondanks door een bĂštastudie heen hebben geworsteld worden als âniet normaalâ gezien. Zie bijvoorbeeld Mart Smeets die in een uitzending van Pauw en Witteman tegen mij zei: âJe kiest dit vak, je had ook vinoloog kunnen worden of sanskriet studeren. Je had alles kunnen worden, maar wat brengt een vrouw ertoe met robots aan de slag te gaan?â
Geen idee Mart, misschien omdat mannen van vlees en bloed dit soort uitspraken doen en ik dacht âdan maak ik er maar een die normaal doet.â
Dit soort opvattingen maken het kiezen van techniek voor vrouwen niet makkelijker. Het punt is: er is wat aan te doen. Je kunt studies en beroepen zodanig inrichten dat ze aantrekkelijk zijn voor mannen Ă©n vrouwen. Bij de Universiteit Twente hebben we bijvoorbeeld de studie creative technology, een mix van elektrotechniek, design, informatica die een goede mix studenten trekt, de master interaction technology doet dat ook.
Ik ben er heilig van overtuigd dat het mogelijk is alle bĂštastudies zodanig te herontwerpen dat een diverse groep studenten zich er thuis voelt en zich kan ontplooien. Hoe dan? Ja, beste bĂštaâs, daar hebben we veel hulp bij nodigâŠ.van de alfaâs en de gammaâs.
Auteur Vanessa Evers is directeur van het Institute of Science and Technology for Humaniry in Singapore.