De samenwerking tussen Defensie enerzijds en de innovatie- en kennissector anderzijds kan en moet een stuk beter, stellen drie experts van de Adviesraad voor Wetenschap en Techniek (AWTI) in deze column voor De Ingenieur.

‘Alles van waarde is weerloos.’ Deze woorden van de dichter Lucebert kun je niet missen als je uit het (ondergrondse) trein- en metrostation Blaak in het centrum van Rotterdam stapt. Weerloos was dat centrum tegen de Duitse bommen in mei 1940. Net als ons hele land: onze neutraliteit bleek geen bescherming tegen een vijand die daar geen boodschap aan had.  

In Oekraïne schuilen mensen nu in metro­stations voor de bommen van Vladimir Poetin. Het Russische geweld is niet alleen gericht tegen hun huizen en bedrijven. Ook scholen, theaters en kerken moeten eraan geloven. Het gaat niet alleen om de rijkdommen van Oekraïne, zoals vruchtbare landbouwgrond en mijnbouw, maar misschien nog wel meer om de waarden. Rusland wil de Oekraïners hun vrijheid, hun taal en hun geloof afpakken.  

De oorlog in Oekraïne heeft ons ook hier wakker geschud. Vrede is niet vanzelfsprekend. En de dreiging is breed. Bommen en tanks spelen zeker nog een rol. Maar er zijn zoveel meer nieuwe dimensies bijgekomen waarop het conflict wordt uitgevochten. Onze energievoorziening en de gezondheidszorg zijn kwetsbaar voor hacks. Onlangs bleek dat zelfs in de systemen van onze politie kon worden ingebroken ‘door een buitenlandse mogendheid’. Ook desinformatie is een punt van zorg. Onze samenleving, gebouwd op de waarden die wij belangrijk vinden, is kwetsbaar onder al die dreigingen.  

Kwetsbaar, maar niet weerloos. Kijk naar Oekraïne: daar stond de bevolking op, onder meer met innovatiekracht. Commerciële drones werden bijvoorbeeld omgebouwd tot handige instrumenten op het slagveld. De benodigde onderdelen kwamen vaak weer van ‘gewone’ producten.  

 

Vrede is niet vanzelfsprekend

Als we niet willen dat onze waarden weerloos zijn tegen diegenen die ze omver willen werpen, moeten we zorgen dat we weerbaar zijn. En daarvoor hebben we alle relevante kennis en innovatiekracht nodig. Nederland kent gelukkig nog een sterke kennisbasis rond defensie op een aantal onderwerpen. Die is geconcentreerd bij de kennisinstellingen TNO, NLR en MARIN, het ministerie van Defensie en een aantal bedrijven. Maar dat is niet genoeg.  

Daarom doet de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) in haar recente advies ‘Kennisoffensief voor defensie’ de oproep om bedrijven en kennisinstellingen, zoals universiteiten en hogescholen, breder te mobiliseren ten behoeve van de veiligheid van Nederland, Europa en de NAVO. Met name op die gebieden waar Nederland het verschil kan maken. De AWTI adviseert het ministerie van Defensie om open te staan voor interessante kennis en innovatie van buiten de traditionele defensiesector en deze beter te absorberen. Verder moet het kabinet drempels verlagen voor innovatieve bedrijven die op de defensiemarkt actief willen zijn, bijvoorbeeld door testfaciliteiten ruimer open te stellen. Ten slotte moet het ministerie met universiteiten en hogescholen afspraken maken over (voorwaarden voor) duurzame samenwerking.  

De vraag is nu hoe onze ondernemers en onderzoekers en hun bedrijven en kennisinstellingen deze handschoen gaan oppakken om een grotere bijdrage te leveren aan de bescherming van onze waarden. Misschien laten ze zich daarbij inspireren door het motto – vrij naar Lucebert: ‘alles van waarde maakt weerbaar’.  

 

Jos Benschop is lid van de adviesraad AWTI; Hamilcar Knops en Tara van Viegen zijn AWTI-raadsmedewerkers en waren projectleiders van het advies ‘Kennisoffensief voor defensie’. 

Foto: F35 op vliegbasis Leeuwarden. Credit: Depositphotos