4 circulaire vuistregels
Het recyclingrecept voor elektronisch afval van dr.ir. Antoinette van Schaik, oprichter en directeur van Material Recycling and Sustainability (MARAS).
► 1. Red de kritieke materialen
In apparaten als smartphones of tablets zitten allerhande materialen die heel waardevol zijn: de zogeheten kritieke materialen. De huidige wijze van recycling, waarbij apparaten worden vermalen en smelters de brokstukken behandelen, gaat vaak ten koste van die waardevolle materialen. Dat komt doordat de brokstukken bijvoorbeeld veel meer ijzer bevatten en de smelter alleen dat ijzer terugwint. De waardevolle stoffen zitten daar dan in als verontreiniging of ze zijn geoxideerd. Terugwinning is dan meestal technisch onmogelijk of onzinnig vanwege de hoge energiekosten.
De regelgeving is blind voor dit aspect van recycling. Die kijkt alleen naar wat er wordt teruggewonnen en vergeet de verliezen. Zo leggen EU-normen voor recycling alleen per type product vast hoeveel procent van het totaalgewicht moet worden gerecycled. Een wasmachine is echter iets heel anders dan een telefoon. In de laatste zitten printplaten met veel waardevolle materialen. Er zouden dus streefpercentages per element moeten komen; percentages die bovendien per apparaatsoort verschillen.
De winning van een hoog percentage bulkmaterialen blijft belangrijk, maar doe daar geen concessies aan als die een substantiële winst aan kritieke materialen opleveren. Kijk naar wat er door de bank genomen in een producttype zit en kies een recycleroute die voor die samenstelling een goede terugwinbalans oplevert.
► 2. Vergeet ‘cradle to cradle’
De fysica stelt grenzen aan wat technisch en economisch aan recycling van e-afval haalbaar is. Wat wordt nagestreefd, moet reëel zijn. De doelstelling om in 2050 een 100 % circulaire economie te creëren, is dat niet; in ieder geval niet voor de complexe samenstellingen van materialen in e-afval. Het terugwinnen van al het materiaal tegen redelijke energiekosten is een utopie, het goedbedoelde cradle-to-cradle-denken naïef. Een overheid die aan die fysische grenzen voorbijgaat, stelt in feite een premie op de uitvinding van het perpetuum mobile. Dat is gevaarlijk, omdat het irreële ontwikkelingen stimuleert en de industrie onmogelijke doelen oplegt.
► 3. Digitaliseer de keten
Er is een omslag nodig in het denken over het recyclen van complexe producten: maak onderscheid naar materiaal en besef dat een föhn iets anders is dan een beeldscherm. Tegelijkertijd levert de onomkeerbaarheid van materiaalverliezen bij de huidige producten extra munitie aan de noodzaak om apparaten te ontwerpen voor recycling. Mogelijkheden daarvoor zijn volop aanwezig dankzij de enorme digitalisering die de industrie heeft doorgemaakt.
Zo heeft Fairphone van alle subcomponenten de samenstelling bij de fabrikanten opgevraagd. Dat was weliswaar veel werk, maar dat het is gelukt, bewijst dat de data beschikbaar zijn. Als de uitwisseling van zulke gegevens wordt geautomatiseerd, kan de computer een productontwerp direct koppelen aan een recyclinganalyse. Dat klinkt ingewikkeld, maar de industrie werkt al op zo’n complexe manier met behulp van krachtige software waarvan de ontwikkeling miljoenen heeft gekost. Zo is bijvoorbeeld het pakket HSC Sim 9 van Outotec, dat is gebruikt voor de Fairphone-analyse, ontwikkeld voor de metallurgische industrie, inclusief een module voor life cycle analysis. Het daaraan koppelen van ontwerpsystemen is relatief eenvoudig. Alle gegevensstromen vormen een onontgonnen mijn die gewoon beschikbaar is. Maak daar gebruik van.
► 4. Stimuleer inzameling
Los van alle verbeteringen van het product en van de verwerkingsstappen die zijn bedoeld om verlies van materialen te beperken, komen de grootste verliezen simpelweg doordat mensen hun apparaten niet inleveren. Het stimuleren van inzameling en bewustwording bij het publiek is dus minstens zo belangrijk.
Openingsbeeld: herwinbare metalen uit een Fairphone. Illustratie MARAS.