PASSIE

We troffen Jeroen van Craaikamp in zijn woning te ­Amstelveen. Hij was speciaal voor dit interview eerder vertrokken bij zijn werk. Ik dacht uit een eerder telefoongesprek te hebben begrepen dat hij ingenieur was, maar hij bleek bij de ING Bank te werken.

‘Nou’, zei Van Craaikamp, terwijl hij in de keuken zijn armen spreidde, ‘u kunt wel zien wat de andere hobby’s zijn …’ Hij ­verzamelt ook champagneflessen en vooral kurken van champagneflessen; ze lagen in een vitrine. Hij mag graag sabreren, het met een sabel ontkurken van champagneflessen. ‘Maar daar komt u niet voor. U komt hiervoor!’

Van Craaikamp opende een grote zilverkleurige kist waarin een drone zat. Je kon er lang of kort naar kijken. Het ding kostte ongeveer achtduizend euro en je kon er prima foto’s mee maken. In de avonduren onderhoudt Van Craaikamp de website Hobby­Piloot.nl, waarop hij de fly- en no-flyzones boven Nederland ­bijhoudt en tips en adviezen deelt met andere dronepiloten.

Brabant is een slecht vlieggebied

Hij onderzoekt de mogelijkheid om zich te laten registreren als zakelijk piloot. Tot het zover is, is hij genoodzaakt om voor de hobby uit te wijken naar IJmuiden of nog verder weg. ‘Vliegen in Amstelveen is door de ligging zo dicht bij Schiphol helaas onmogelijk. Ik ga vaak naar het oosten, nooit naar het zuiden. Brabant is ook een slecht vlieggebied.’

Dat hij zich aan de regels houdt, bleek toen fotograaf Elmer hem vroeg om zijn drone voor de foto boven zijn hoofd te laten zweven. ‘Dat doe ik pertinent niet’, zei hij. ‘Regels zijn regels. No way. Ik heb geen zin in politie aan de deur.’ Uiteindelijk was hij wel bereid de drone bij zijn hoofd te houden.

Ondertussen spraken we over de hobby. ‘Ik vind het prettig om luchtopnames te maken, foto’s vanaf grote hoogte. Met een iPad kan ik zien waar we vliegen, en dan is het de kunst om op het juiste moment op het knopje te drukken.’

Je bent toch primair bezig om professioneel je hobby uit te oefenen

Vaak gaat hij op pad met een andere droneliefhebber, een fotograaf of piloot. ‘Dan kan ik me in alle rust focussen op de fotografie of de besturing.’ Het zijn fijne middagen, waarbij ze elkaar niet de oren van het hoofd kletsen. ‘Vanuit de gemeenschappelijke interesse is er natuurlijk een klik. Dat wil echter niet zeggen dat je veel tegen elkaar zegt. Liever niet. Je bent toch primair bezig om professioneel je hobby uit te oefenen. Ik denk dat dronehobbyisten elkaar daar ook in vinden. We vliegen liever dan dat we praten.’

Het was al zijn tweede drone, de eerste was helaas neer­gestort. ‘In zee. Ik zat op een boot en merkte dat we te ver weg van de kust waren. Dan kun je als dronepiloot nog maar één ding doen: op de return to home-knop drukken. Een drone is net een postduif: ze zijn zo geprogrammeerd dat ze de weg naar huis altijd weten te vinden. Maar toen ik thuis kwam, was mijn drone er niet. Ik heb overal gekeken. Dan weet je dat hij onderweg is gecrasht.’

Een drone is net een postduif

Thuis sprak hij niet veel over zijn drone. ‘In het begin wil de partner nog wel mee, maar als het nieuwe eraf is ben je toch op jezelf aangewezen. Dit weekeinde ga ik naar de Veluwe. Heb ik ontzettend veel zin in. Even alles van me afvliegen. Dan stap ik ’s morgens in de auto en dan kom ik ’s avonds weer thuis. De rest van de week ben ik dan bezig met de plaatjes die ik heb geschoten. Soms vragen ze me wel eens: ‘Goh, waar was dit, Jeroen?’ Dan noem ik het gebied.’

 

tekst Marcel van Roosmalen 
foto's Elmer van der Marel

 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.