Satellietbeelden kunnen een goed instrument zijn om de welvaartsontwikkeling in de derde wereld in kaart te brengen. Dat stelt een internationaal team dat onderzoek deed naar de verwezenlijking van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.

Van de zeventien Ontwikkelingsdoelen die in 2015 zijn opgesteld, is de bestrijding van extreme armoede wereldwijd als de belangrijkste aangemerkt. Maar het kan lastig zijn om te meten of er vooruitgang wordt geboekt bij het behalen van dit doel. Veldonderzoek is immers tijdrovend en kostbaar en in sommige landen bovendien gevaarlijk. 

Wetenschappers van de Aarhus Universitet in Denemarken hebben vastgesteld dat je ook met behulp van remote sensing een goed beeld kunt krijgen van de ontwikkeling van de economische omstandigheden op de grond. Ze hebben hun bevindingen vandaag gepubliceerd in het toonaangevende Amerikaanse tijdschrift PNAS.

'Op basis van satellietbeelden met een hoge resolutie kunnen wij zeer precies de welvaartsstatus van individuele huishoudens vaststellen op het platteland in ontwikkelingslanden', zegt hoogleraar Jens-Christian Svenning van de faculteit Biowetenschappen, een van de betrokken onderzoekers in een persbericht

 

Geldbesparing

Voor hun onderzoek hebben de biowetenschappers een landbouwgebied in Kenia onder de loep genomen (zie foto boven). De satellietdata stelden hen in staat om een aantal indicatoren voor economische ontwikkeling te meten, zoals de omvang van bebouwing, de hoeveelheid onbewerkt land en de lengte van het groeiseizoen op individuele boerderijen. Op de beelden is ook te zien hoe mensen het erf rond hun huis gebruiken en hoe dat in de loop der tijd verandert. Grondige analyse van de beschikbare beelden kon de meeste variaties in welvaartsniveau tussen de verschillende huishoudens verklaren, stellen de onderzoekers. In 62 % van de gevallen kon op basis van de satellietbeelden precies worden bepaald waar de armste mensen woonden. 

Satellietbeelden zijn relatief goedkoop en vaak zelfs gratis beschikbaar. De gebruikelijke methode om nu onderzoek te doen naar individuele welvaartsontwikkeling in ontwikkelingslanden bestaat uit het sturen van mensen die met de bewoners in gesprek gaan. Dat kost behalve tijd ook extreem veel geld – volgens het onderzoek tot wel 220 miljard euro voor de totale looptijd van de Ontwikkelingsdoelen. Met satellieten kan de economische ontwikkeling dus met een veel grotere regelmaat en voor een veel groter gebied worden bijgehouden, tegen slechts een fractie van de kosten. Vooral in het vaststelklen van de armste groep blijkt ghet systeen goed te werken. Het verschil tussen de middenklasse en de rijke bovenlaag van de bevolking blijkt met deze remote sensing-methode niet goed te zien, volgens de onderzoekers omdat welgesteldere mensen aanzienlijk minder op eigen landbouw zijn aangewezen. 

 

Betere plek

'In de methode die wij hebben ontwikkeld, gaan we ervan uit dat mensen op verschillende welvaartsniveaus op een verschillende manier hulpbronnen in het landschap gebruiken. Sommigen gebruiken enkel het gebied vlak rond hun huis, terwijl anderen ook de gemeenschappelijke terreinen in het dorp gebruiken.', zegt Jens-Christian Svenning. 'Wannneer wij deze satallietdata inzetten voor socio-economische analyse, dan leren we ineens veel meer over de financiële situatie en over de ontwikkeling van een gebied dan we voorheen konden zien.' [Is er een zinnetje te maken dat zegt wat de onderzoekers nu gaan doen? Dus een soort Outlook?]

De Ontwikkelingsdoelen werden op 1 januari 2016 van kracht. Tot het jaar 2030 moeten ze ertoe leiden dat de wereld zich op duurzame wijze ontwikkelt tot een betere plek om te leven.

Foto: Gary Watmough

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.