Zijn de standplaatsen van ambulances in een regio wel de meest ideale? Of kunnen met een kleine verandering de mensen in een gebied nog beter worden bediend? Op dit soort vragen richtte wiskundige Pieter van den Berg zich tijdens zijn promotieonderzoek aan de TU Delft. Hij gebruikte en verbeterde wiskundige modellen voor het oplossen van deze optimaliseringsproblemen. Vandaag, maandag 6 juni, promoveert hij.


De eerste hulp is in Nederland goed geregeld. Wie een ongeluk krijgt of onwel wordt, moet binnen 15 minuten een ambulance naast zich hebben staan; vaak is die er eerder. Daartoe is het land opgedeeld in regio’s, met daarbinnen een fijn verdeeld web met de standplaatsen van ambulances en de daarbij behorende ambulancebroeders. Is er ergens een ambulance druk bezig met een ongeluk, dan neemt een ziekenwagen uit de buurt het patrouilleren in het betreffende gebiedje over.


Hulpdiensten optimaliseren

Het kan echter altijd beter. Daarom zijn verschillende wiskundige promovendi bezig met het optimaliseren van de hulpdiensten in Nederland, gecoördineerd binnen het project REPRO, dat wordt geleid vanuit het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) in Amsterdam. Aan de TU Delft heeft Pieter van den Berg gewerkt aan de locatie van de standplaatsen, het inplannen van niet-spoedeisende ritten (voor ambulancezorg) en de dienstroosters.


Sneller rekenen

Daarbij gebruikte hij bestaande wiskundige modellen, die hij aanvulde met zelf ontwikkelde, nieuwe ideeën. ‘Het bestaande, niet-lineaire model dat wordt gebruikt, is zodanig complex dat het lastig is om door te rekenen op de computer. Oftewel, dat is alleen haalbaar met een beperkt aantal variabelen. Ik heb dat model kunnen vervangen door een lineair model, waardoor het veel sneller wordt om door te rekenen. Als gevolg kunnen we meer variabelen toevoegen en kunnen we spelen met de locatie van de standplaatsen.’


Inzichten

Het werk van Van den Berg heeft direct nuttige inzichten opgeleverd voor de organisaties die in de regio’s de ambulancediensten bestieren. Van den Berg kon hen adviezen geven als: verdeel de ambulances een beetje anders over de regio; pas het dienstrooster aan op een bepaalde manier; en heel soms: je zou zonder problemen een standplaats voor een ambulance kunnen sluiten.

Die laatste categorie geeft ook direct een mogelijke gevoeligheid aan. Ambulances gaan over de zorg voor mensen en een gemeente wil niet het beeld laten ontstaan dat ze daarop probeert te beknibbelen, ook al wordt een efficiëntere indeling ondersteund door harde wetenschap.


Gevoelig

‘Onze resultaten liggen soms gevoelig, maar dat vind ik eerlijk gezegd ook het boeiende van dit project. Onze adviezen zijn helder en gefundeerd op wiskundig modelleren, maar toch is het in de praktijk vaak lastig om knopen door te hakken. Gelukkig is dat niet onze taak. Wij brengen een helder rapport uit en vervolgens is het aan de ambulanceorganisaties en gemeenten om de beslissingen te nemen’, zegt Van den Berg.

Beleidsmakers zouden de resultaten van Van den Berg ook kunnen inzetten voor het doorvoeren van bezuinigingen. Misschien kan een regio wel met een ziekenwagen minder toe. En die oude, bouwvallige brandweerkazerne, zullen we die nog wel vervangen? Dat wordt wel erg duur. 

Van den Berg: ‘Ja natuurlijk, met optimalisaties die wij als wiskundigen doen, kun je altijd twee kanten op: optimaliseren voor kosten en voor capaciteit. Als je voldoende budget hebt, kun je de dekking van een gebied verbeteren; dan zorg je dat de hulpdiensten elke plek binnen een bepaalde tijd kunnen bereiken. Is geld een probleem, dan wordt de uitdaging juist om voor hetzelfde budget de bereikbaarheid te verbeteren of voor minder geld die op peil te houden.’ Dat soort beslissingen zijn natuurlijk aan het bestuur van een stad; niet aan de onderzoekers.


Helikopters

Van den Berg paste zijn wiskundige modellen ook toe in Noorwegen, waar helikopters het verlenen van eerste hulp voor een deel verzorgen. Dit is nodig vanwege de enorme afmetingen van het land. In Noorwegen was in 2014 commotie ontstaan toen in de media berichtten dat in delen van het land de richtlijn van 45 minuten niet werd gehaald. ‘Wij hebben berekend hoe met een paar eenvoudige ingrepen de helikopters het hele land goed en op tijd kunnen bereiken’, vertelt Van den Berg.

Openingsfoto Radio Nederland Wereldomroep / Fred Vloo

Met 4 ambulance-helikopters (de zwarte
stippen) kan niet overal in Noorwegen
binnen 45 minuten zorg verleend worden.
Dat is te zien aan de rode gebieden.
Bron: Pieter van den Berg
Optimalisatie met wiskundige modellen laat
zien wat er nodig is om wel elk gebied
binnen 45 minuten te kunnen bereiken:
9 helikopters, bij de zwarte stippen.


 

 

 


 

 

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.